Skip to content

Goed eten

De sleutel tot een gezond voedingspatroon is:

  • de juiste hoeveelheid voedsel nuttigen in functie van hoe actief je bent;
  • gevarieerd eten om te verzekeren dat je alle voedingsstoffen en energie binnenkrijgt die je lichaam nodig heeft.

Dit betekent om te beginnen voedingsmiddelen uit de drie hoofdcategorieën: koolhydraten, eiwitten en vetten. Daarnaast heb je ook een reeks vitamines en mineralen nodig, en voedingsvezels. We zetten de basisprincipes even op een rijtje.

Zetmelen zijn koolhydraten

Zetmeelproducten zoals brood, granen, rijst, deegwaren en aardappelen leveren ons veel energie. Kies bij voorkeur voor volgranenproducten, eerder dan geraffineerde variëteiten zoals wit brood of witte rijst. Volgranenproducten bevatten meer voedingsstoffen en vezels, die de energie traag vrijgeven, zodat je je langer verzadigd voelt.

Waar haal je eiwitten uit?

Eiwitten zijn vooral te vinden in vlees, vis, eieren, linzen en zuivelproducten. Ook noten zijn een goede bron van eiwitten. Als je ze met mate eet, vormen ze bovendien een gezond tussendoortje.

5 per dag

Probeer elke dag minstens vijf porties fruit en groente te eten. Je hebt een ruime keuze: vers, diepgevroren, uit blik, versgeperst sap, … Waarom probeer je niet eens een heerlijke smoothie te maken om wat variatie in je voedingspatroon te brengen? Let er wel op dat je niet alleen fruit kiest en te weinig groente, want sommige fruitsoorten bevatten veel suiker.

Eet de juiste vetten

Elk voedingspatroon moet een kleine hoeveelheid vet bevatten. Maar het is wel van groot belang dat je de juiste vetsoorten kiest. Als je je inname van verzadigde vetzuren (te vinden in vet vlees, volle zuivelproducten en gebak) terugsnoeit, kan dit je cholesterol verlagen.

Als leidraad geldt dat meer dan 20 g vet per 100 g product een hoog vetgehalte is en 1 g of minder vet per 100 g een laag vetgehalte. Voor verzadigde vetten geldt 5 g of meer per 100 g als een hoog vetgehalte en 1 g of minder per 100 g als een laag vetgehalte.

Zoeken